Ga naar de inhoud

Gelderland staat net als de rest van Nederland voor een enorme uitdaging: vóór 2050 aardgasvrij worden. De alternatieven om woningen en gebouwen zonder aardgas te verwarmen, zijn grofweg in te delen in individuele all-electric oplossingen (warmtepomp) en collectieve verwarming (warmtenet). Iedere gemeente onderzoekt welk alternatief geschikt is voor een stad, dorp en wijk. Op 18 december ondertekenden gemeente Doetinchem, Sité Woondiensten, gemeente Oude IJsselstreek, Wooncorporatie Wonion, het Gelders Warmte Infrabedrijf (GWIB) en Waterschap Rijn en IJssel de intentie om de haalbaarheid van een publiek warmtenet te onderzoeken in delen van Doetinchem en Oude IJsselstreek.

De betrokken partijen vinden het belangrijk om bewoners een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar alternatief te bieden voor het verwarmen van woningen en gebouwen. Gerrolt Ooijman, directeur-bestuurder bij Wonion: “Vanuit Wonion en Sité vinden wij het belangrijk dat onze woningen op de toekomst voorbereid zijn. Daarom werken wij aan het aardgasvrij maken van onze huizen. Het is mooi dat de gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek onderzoek doen naar aardgasvrije alternatieven.” Saar Veneman, directeur-bestuurder Sité Woondiensten: “Wij verkennen graag samen met de gemeenten en het GWIB de mogelijkheden van alternatieve oplossingen om duurzaam te verwarmen. Dit soort kansen grijpen wij aan om te bouwen aan buurten en wijken die de gevolgen van klimaatsverandering aan kunnen.”

Warmtenet praktische oplossing

Bij een warmtenet worden meerdere woningen, via ondergrondse leidingen aangesloten op een gezamenlijke warmtebron. Rens Steintjes, wethouder gemeente Doetinchem: “Een warmtenet kan een praktische oplossing zijn op plekken waar geen ruimte is voor elektrische oplossingen, zoals de warmtepomp. Ook voor het volle stroomnet is het gunstiger als er naar andere oplossingen wordt gekeken.” Janine Kock, wethouder gemeente Oude IJsselstreek: “En daarom onderzoeken we de mogelijkheid van een publiek warmtenet. Zo kunnen we er samen voor zorgen dat met warmte verwarmen betaalbaar en toegankelijk wordt.”

Twee onderzoeken

In januari 2025 gaan de partijen onderzoeken of een warmtenet haalbaar is en voor welke gebieden en woningen. Dit onderzoek duurt naar verwachting tot de zomer en wordt opgesplitst in vooralsnog twee gebieden. Het eerste onderzoek is in de buurten Overstegen-oost, Overstegen-west en de Muziekbuurt in Doetinchem. En het tweede onderzoek in het gebied rond de rioolwaterzuivering (Gaanderen, Etten en Terborg). Het water van de rioolwaterzuivering in Etten kan wellicht als warmtebron dienen voor een warmtenet in dit tweede deelgebied. Floor Wissing-Kunst, bestuurder Waterschap Rijn en IJssel: “Het afvalwater dat bij onze rioolwaterzuivering binnenkomt, bevat warmte. Nu lozen we, nadat we het water hebben schoongemaakt, het water mét de warmte op de Oude IJssel. Zonde, want de warmte blijft dan onbenut. Hoe mooi zou het zijn als we deze warmte kunnen inzetten voor het verwarmen van woningen? Daar waar het kan, leveren we graag een bijdragen aan de warmtetransitie in onze regio!”

Betrekken van bewoners

Detlef Meijer, directeur GWIB: "Ik ben positief verrast over de daadkracht en snelheid van de gemeenten en woningcorporaties waarmee besloten is de haalbaarheid van het warmtenet te onderzoeken. Naast de broodnodige verduurzaming zie ik nog een ander voordeel van een warmtenet; doordat gebruikgemaakt wordt van lokale restwarmte, zullen eventuele toekomstige grillige prijsstijgingen van aardgas enigszins worden afgevlakt. Als aanjager van de Gelderse warmtetransitie ben ik verheugd en trots dat we vanaf nu samen een proactieve stap voorwaarts zetten in het verkennen van de mogelijkheden van een publiek warmtenet voor inwoners van deze gemeenten. Het onderzoek is een eerste stap. Een andere belangrijke stap is het actief gaan betrekken van bewoners.” Als uit het onderzoek blijkt dat een warmtenet haalbaar is, en bewoners enthousiast zijn, kan het nog enkele jaren duren voordat het gerealiseerd wordt. Tot die tijd zullen bewoners worden geïnformeerd en gevraagd worden om mee te denken.

 

Meer informatie over een warmtenet leest u op de gemeentelijke website